Ga naar hoofdinhoud
072 737 02 17 (tussen 09.00 – 12.00 uur en 14.00 – 17.00 uur)

De HugoHopper opent alweer een nieuwe lijn

Foto Joris van GennipArtikel in Trouw van 23 maart 2024, Economie, |Pagina 20; 4 min.
Foto Joris van Gennip Artikel in Trouw van 23 maart 2024, Economie, |Pagina 20; 4 min.

Verbinding reportage • In de gemeente Dijk en Waard kunnen ze haast niet meer zonder de
eigen busjesdienst. Is zo’n initiatief een tekortkoming van of een aanvulling op het openbaar
vervoer?

“Wij krijgen de hele dag door voortdurend niets dan lof van onze passagiers”, zegt chauffeur
Jaap Crezee (75) vanachter het stuur. Met een achtpersoons Mercedes-busje rijdt hij deze dag
op de blauwe lijn van de HugoHopper. De busjesdienst voor de gemeente Dijk en Waard
(90.000 inwoners) telt nu vier lijnen en opent in mei nóg eens een lijn.

“De omvang met straks vijf lijnen en de hoeveelheid ritten die hier jaarlijks worden
uitgevoerd maakt ons uniek in Nederland”, zegt Patrick Blokzijl, beleidsmedewerker sociaal
vervoer bij de Noord-Hollandse gemeente Dijk en Waard (met onder andere Heerhugowaard,
Langedijk en Sint Pancras). “Ook omdat hier het hele jaar door wordt gereden.”

Oudere inwoners

Met een lijnbusjesdienst, een buurtbus en van deur-tot-deurvervoer, zijn de busjes en auto’s
van HugoHopper samen goed voor maar liefst 59.000 ritten per jaar. Als straks de gele lijn
erbij komt, hebben ook inwoners van Sint Pancras meer mobiele mogelijkheden. “De gele
bordjes hangen al langs de route”, zegt Tineke Ackerman, manager van HugoHopper.

De lijnbusjesdienst – zes dagen per week van 9 uur ’s ochtends tot 17.30 uur – wordt
voornamelijk gebruikt door oudere inwoners die boodschappen willen doen, naar de dokter
moeten, vrienden willen bezoeken of naar de biljartclub gaan. Toch hoef je niet op leeftijd of
moeilijk ter been te zijn om een busje te pakken, benadrukt Ackerman: “Voor 15 euro per jaar
en 75 cent per enkele rit kan iedereen van onze diensten gebruikmaken. De vier lijnen hebben
ieder zo’n vijftien haltes, maar wie langs de route gaat staan en zijn hand opsteekt, wordt ook
meegenomen.” Als je lid bent, uiteraard. Inchecken met je pasje. Net als in een ‘echte’ bus.

Inmiddels zijn zo’n tweeduizend mensen lid van HugoHopper, dat in 2010 is opgericht.
Vervoersvereniging Dijk en Waard werd in het leven geroepen omdat wel erg veel mensen
een beroep deden op vervoer dat vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt
geregeld. Blokzijl: “Dat ging in de papieren lopen. Bovendien waren door het snijden in
buslijnen bepaalde stukken van Heerhugowaard moeilijk bereikbaar. Dus kwam de vraag: kan
dat niet anders?”Als antwoord kwam letterlijk de HugoHopper ‘uit de bus’. “Ook deze
lijndienst wordt grotendeels gesubsidieerd door de gemeente, maar omdat onze vier lijnen, de
buurtbus en de van deur-tot-deurauto’s veel meer mensen kunnen bedienen is deze oplossing
toch goedkoper.”

De busjeslijndienst wordt door 170 vrijwillige chauffeurs op de weg gehouden. Vier
parttimers in vaste dienst zorgen daarnaast onder meer voor de ritplanning. En hoewel bijna
iedere organisatie in het hele land zit te springen om vrijwilligers, kwamen ze in Dijk en
Waard massaal op sollicitatiegesprek. Ackerman: “Toen we in november een advertentie
plaatsten waarin we veertig vrijwilligers zochten, dacht ik nog: dat is te hoog gegrepen. Maar
het liep storm.”

Bij de hoofdhalte voor winkelcentrum Middenwaard in Heerhugowaard stappen inmiddels
alweer nieuwe passagiers in. Is het succes van diensten als deze HugoHopper niet het gevolg
van een tekortschietend openbaar vervoer? Oftewel: hadden hier niet de bussen moeten staan
van de Arriva’s en Connexxions van deze wereld?

Dat hoeft niet per se, zegt Niels van Oort, onderzoeker ov aan de TU Delft. “Regionale
buslijnen staan weliswaar onder druk, maar je kunt je ook afvragen of de standaard bussen
van 12 meter wel altijd wenselijk zijn.” Van Oort vindt busjesdiensten die grotendeels draaien
op vrijwilligers “een mooi systeem dat meer toegevoegde waarde biedt dan alleen betere
bereikbaarheid. Dit soort initiatieven leveren noodzakelijk maatwerk voor de gemeenschap.”

Ook Ackerman en Blokzijl wijzen erop dat hun HugoHopper vooral moet worden gezien als
‘aanvullend ov’, dat niet rendabel kan worden gedaan door een commercieel bedrijf. Blokzijl
vertelt dat de gemeente wel kijkt naar mogelijkheden om met reguliere publieke vervoerders
samen te werken. “Zo is de buurtbus een dienst die reizigers naar het knooppunt station
Heerhugowaard brengt, zodat ze kunnen overstappen op de trein of een andere bus. Zo kan
het elkaar juist versterken.”

Bedreiging
Ov-onderzoeker Van Oort denkt ook niet dat vrijwillige busjesdiensten en professionele stad-en
streekvervoerders elkaar zo snel zullen bijten, maar waarschuwt wel voor een al te
gemakkelijke houding vanuit de overheid: “Als je te veel op dit soort netwerken van
vrijwilligers vertrouwt, hoe mooi en prachtig ook, is dat wel riskant en kan dat een bedreiging
zijn voor de toekomstige bereikbaarheid. De integratie met gewoon ov op het gebied van
betaling en informatie is ook vaak beperkt. Maar daar staat weer tegenover dat deze
busjesdiensten niet alleen zorgen voor een betere bereikbaarheid, maar ook voor lokale
sociale cohesie.”

Dat kan chauffeur Jaap Crezee alleen maar bevestigen. “Ik hoor zoveel ontroerende verhalen.
Een vrouw die haar dementerende echtgenoot iedere dag bezoekt in een verzorgingstehuis.
Zulke dingen gaan veel verder dan een praatje over het weer.”

Back To Top
Zoeken